2. Uitgangspunten voor webcontent

Goede content is relevante content. Dat betekent vooral: heel veel niet doen op je site. Goede content is ook: content die voor iedereen makkelijk is om te gebruiken en die vindbaar is in zoekmachines.

Omslag van ''

2.1 Relevant

Mensen zoeken niet naar informatie ('Informatie over paspoorten'), maar hebben een taak (vraag) waarvoor ze op de site zijn ('Ik moet mijn paspoort verlengen', 'Ik heb het paspoort overmorgen al nodig. Kan dat zo snel?'). Wanneer je schrijft voor de taak van de bezoeker is de content relevant voor de bezoeker.

Relevante content is het belangrijkste kenmerk van goede content. Informatie is relevant als die aansluit op de taak van de bezoeker. We noemen dit ook wel taakgerichte of klantgerichte content.

Vooral non-profitorganisaties plaatsen vaak content die niet relevant is voor de bezoeker. Deze organisaties neigen vaak naar 'zenden'. Ze publiceren vooral informatie die zij graag willen delen. Dat is op zich nog niet zo erg, maar het heeft weinig zin om content aan te bieden waar mensen niet voor komen. Mensen lezen die content niet. Je bent als een roepende in de woestijn. Je zet overbodige informatie op je website en die informatie staat ook nog eens de goede content in de weg. Te veel informatie geeft onoverzichtelijke menu's, slechte zoekresultaten en content die te uitgebreid is om goed te beheren.

Soms is informatie best wel belangrijk om te publiceren, maar is het web niet het geschikte kanaal. Op je website zet je in principe taakgerichte informatie, want bezoekers van een website zijn meestal taakgericht. Zij hebben een vraag of probleem en zoeken een antwoord of oplossing. Dan heeft een uitgebreide inleiding op je website weinig zin. Die past misschien beter in een ander medium, bijvoorbeeld een brochure of op een bijeenkomst. Op een website val je met de deur in huis; je geeft direct antwoord op de vraag waarmee bezoekers bij jou terechtkomen.

Bedenk bij alle informatie die je plaatst: zit iemand hierop te wachten? Beantwoordt deze informatie aan een vraag? Zo ja, geef het antwoord dan zo snel en duidelijk mogelijk.

2.2 Gebruiksvriendelijk en bruikbaar

Goede webcontent is makkelijk in het gebruik. In het Engels heet dat usability.

Bij een webpagina met tekst is de tekst zelf vaak niet eens het belangrijkste. Andere factoren zijn soms belangrijker:

  • rustige lay-out van de pagina
  • snelle laadtijd van de pagina
  • geen overbodige, afleidende informatie

We kijken daarom ook vaak naar de klantreis of user journey: de stappen die een bezoeker aflegt om een taak te voltooien. Een taak is bijvoorbeeld een antwoord vinden op een informatieve vraag. Maar ook: een aanvraag indienen, iets kopen of melden. De klantreis begint bij de eerste zoekactie en loopt tot en met het afronden van de taak (geslaagd of niet).

Bekijk eens op jouw website welke stappen je moet zetten om een taak af te ronden. Zijn de stappen logisch of komt de bezoeker op een dwaalspoor? Je kunt deze user journey al beginnen met de zoekactie in Google (of een andere zoekmachine).

Steve Krug spreekt hier van 'mindless choices': mensen moeten met een minimale herseninspanning de stappen in het proces kunnen volgen. En als ze een fout maken, moeten ze deze makkelijk kunnen herstellen.

2.3 Vindbaar

Natuurlijk moet de content ook vindbaar zijn in zoekmachines zoals Google. Gemiddeld komt ongeveer 60 tot 80% van het bezoek op een site via een zoekmachine.

Moet je nu allemaal slimme trucjes gebruiken om goed vindbaar te zijn? Nee, helemaal niet. Google zegt zelf 'Schrijf je tekst voor de bezoeker, niet voor ons.' Google past zijn zoekmethodieken voortdurend aan om zo dicht mogelijk bij het zoekgedrag van bezoekers te blijven.

Goed vindbare content is dus gewoon content die optimaal geschreven is voor mensen.

2.4 Toegankelijk

Voor mensen die blind of doof zijn of een andere beperking hebben, is internet vaak nog veel belangrijker dan voor mensen zonder (grote) beperking. Daarom is het dubbel belangrijk dat content ook voor hen toegankelijk is.

Digitale toegankelijkheid is verankerd in internationale richtlijnen, de Web Content Accessibility Guidelines (WCAG) 2.2 (Engelstalig).

Veel organisaties voelen de maatschappelijke plicht hun informatie geschikt te maken voor mensen met een beperking. Voor overheden is dat ook een wettelijke verplichting. Dit is vastgelegd in de Wet digitale overheid.

Niet-overheden zijn ook verplicht om hun websites toegankelijk te maken. Voor hen geldt de Wet gelijke behandeling inzake handicap en/of chronische ziekte (Wgbh/cz). Daarin is aangegeven dat organisaties zich aan de WCAG-richtlijnen moeten houden.

Voorbeelden van de WCAG-richtlijnen:

  • Als een afbeelding betekenis overbrengt, voeg dan een alternatieve tekst toe.
  • Maak linkteksten begrijpelijk.
  • Gebruik voor kopjes de juiste html-code, namelijk headers, zoals h1 en h2.
  • Zorg voor voldoende contrast van de tekst met de achtergrond.

Verderop in dit handboek staan we uitgebreider stil bij deze richtlijnen.

Wat vind je van dit hoofdstuk?

Naar boven