8. Metadata: onzichtbare semantiek

Aan content kun je in de broncode informatie toevoegen, die betekenis aan deze content toevoegt. Hiermee komen we op het onderwerp metadata.

Omslag van ''

8.1 Betekenis toevoegen met metadata

Voor Google is metadata onmisbaar om de betekenis van content te begrijpen. Dat begint al met de titel van de pagina. Deze staat als title-element in de code en is op de pagina alleen zichtbaar in het tabblad van je browser. De gewone bezoeker ziet deze vaak niet, maar voor Google is dat dé titel van de pagina. Super belangrijk dus.

Google is immers de grootste blinde en kan niet 'zien' aan alleen de vorm wat belangrijk is en welke betekenis het heeft. Door html-tags en met meta-informatie op de juiste manier te gebruiken kunnen we aan Google duidelijk maken wat de betekenis is van onze content.

8.2 Taal van de pagina

Helemaal bovenaan in het head-gedeelte van de html-code van een webpagina is aangegeven in welke taal de pagina geschreven is. Dit is heel belangrijk, want daarmee weet Google welke taal zij moet gebruiken voor de indexatie. Deze taal geef je aan met het lang-attribuut.

Kijk maar eens in de broncode van deze pagina. In Firefox, Chrome en Safari kun je dat doen via de rechtermuisknop. Op deze pagina is in de 2e coderegel de taal zichtbaar:

<html lang="nl">

Met de juiste taalinstelling weet Google hoe hij de tekst moet indexeren en kan hij deze ook aanbieden aan bezoekers die Nederlandse resultaten willen zien. En daarbij is het ook heel handig voor gebruikers die de teksten laten oplezen!

Is jouw site in meerdere talen, dan gebruik je de metatag "content-language". Bijvoorbeeld als de pagina in Amerikaans-Engels is, gebruik je deze code:

<meta http-equiv="content-language” content=”en-us”>

8.3 Title

In de head vind je ook het title-element. Dit is de titel van de pagina.

Deze titel is ook de titel die zichtbaar is in het tabblad van je browser.

Deze paginatitel moet altijd uniek zijn. De paginatitel is opgebouwd uit 'onderwerp pagina'- 'naam website' of wat je steeds vaker ziet, met alleen het onderwerp van de pagina.

8.4 Metatags

Er zijn veel metatags, waarvan de meeste niet zinvol zijn. Wees daarom voorzichtig met welke je gebruikt. Wil je weten welke zinvol zijn, bekijk dan het artikel Metatags die Google begrijpt.

De metatag robots is alleen nodig als je wilt dat een zoekmachine iets NIET doet, bijvoorbeeld de pagina niet indexeren of de links niet volgen.

De metatag keywords is niet nodig.

De metatag description draagt niet bij aan een betere indexering, maar kan wel bijdragen aan een betere zichtbaarheid in de SERP. De description kan Google gebruiken als snippet, maar vooral als Google niet een goede snippet kan vinden in de tekst van de pagina. Kies daarom voor een goede lead, dan is de description vaak niet nodig. De description is wel handig om te gebruiken als je pagina geen lead heeft, bijvoorbeeld op de homepage.

8.5 Microdata met rich snippets

Met microdata kun je de betekenis van allerlei stukjes content op je pagina aangeven, bijvoorbeeld een datum, een prijs, een waardering of een locatie.

Google maakt hiervoor gebruik van rich snippets en het protocol schema.org. Google geeft daarbij de voorkeur aan JSON-LD.

In schema.org staan de afspraken welke tags je gebruikt. Als het bijvoorbeeld om de startdatum van een training gaat, voeg je daar 'startDate' aan toe en de datum en tijd in een voorgeschreven formaat. De volledige tekst is dan:

8 maart 2016 <meta itemprop="startDate" content="2016-03-08T10:00">

Deze microdata staat dus direct bij de content die het betekenis geeft.

Niet voor elk onderwerp zijn er rich snippets. In Schema.org staan de volgende onderwerpen genoemd:

  • breadcrumbs: toont deze in het zoekresultaat van Google
  • recensies: zoals beoordeling, auteur en datum
  • Personen: zoals een foto, naam, functie die, url website en organisatie
  • producten: zoals prijs, beschikbaarheid en reviews
  • bedrijven en organisaties: voor het direct tonen van de contactgegevens
  • recepten: zoals foto, ingrediënten, tijd, beoordeling en voedingswaarden
  • evenement: zoals datum, tijd, locatie, prijs, categorie
  • muziek: zoals nummers, titel, webadres, album en lengte

8.6 Open graph: metadata voor social media

Het protocol Open Graph bestaat uit een set van tags voor metadata, die je aan je site toe kunt voegen. Hiermee verbeter je de zichtbaarheid en vindbaarheid van je content in social media, zoals Facebook, LinkedIn en X, voorheen Twitter.

In 2010 introduceerde Facebook het Open-Graph-protocol: een aantal tags voor metadata. Doel hiervan was om de integratie tussen Facebook en andere websites te verbeteren.

Bijvoorbeeld: aan de homepage van je site kun je als type meegeven 'website':

<meta property="og:type" content="website">

Andere social media namen dit protocol over. Zo helpen de tags ook voor LinkedIn. X voegde er zijn eigen tags aan toe.

Open Graph is dus een protocol dat metatags biedt om data gestructureerd aan te bieden aan social media-websites. Deze tags plaats je in het <head>-gedeelte van je site.

Slim om te gebruiken? Ja, wij zien geen nadelen. Ook als je zelf weinig met Facebook doet is het interessant. In de 1e plaats omdat anderen via Facebook naar je kunnen linken. En dan is presentatie ook belangrijk. In de 2e plaats omdat het niet alleen gaat om Facebook, maar ook om social media zoals X en LinkedIn.

Een volledige uitleg vind je op The Open Graph protocol.

Wat vind je van dit hoofdstuk?

Naar boven